Logo Odd Fellows Apeldoorn
 

Gedicht van de maand: Gorter

Zie je ik hou van je

ik vin je zo lief en zo licht – 

je ogen zijn zo vol licht

ik hou van je, ik hou van je.

 

En je neus en je mond en je haar

en je ogen en je hals waar

je kraagje zit en je oor

met je haar er voor.

 

Zie je ik wou graag zijn

jou, maar het kan niet zijn,

het licht is om je, je bent

nu toch wat je eenmaal bent.

 

O ja, ik hou van je,

ik hou zo vrees’lijk van je,

ik wou het helemaal zeggen – 

Maar ik kan het toch niet zeggen.

 

Uit: Verzen 1890.

 

 

Gorter schreef na zijn langere gedicht “Mei” een aantal kortere gedichten tussen 1885 en 1890 die vaak niet heel inhoudelijk gericht waren, maar vooral gebaseerd waren op de klank. Zoals impressionistische schilderijen niet gericht zijn op het innerlijk, maar op de sfeer en dit waar maken door middel van kleur. Let daarbij vooral op het vol rijm aan het eind van de regels en op het gebruik van klanken binnen de regels: o – klank, a – klank, e – klank . Mede door de herhalingen lijkt het gedicht bijna door een kind geschreven, terwijl juist het ontbreken van verklarende tekst (die toch altijd te kort schiet) het gedicht zo’n charme geeft: “in de beperking toont zich de meester”.  De liefde is louter licht, het gevoel domineert de ratio tot de laatste regel.  

In die zin zijn de impressionistische dichters rond het tijdschrift De Nieuwe Gids (sinds 1885) eigenlijk de voorlopers van wat Paul van Ostaijen later probeerde te verwezenlijken als hij “Poésie Pure” nastreeft, b.v. in het gedicht “Marc groet ‘s morgens de dingen”. 

 

Eljan

Oktober 2024.

Neem contact op

Neem contact met ons op via e-mail

Andere contactopties